Het was de eerste keer na de oorlog dat MB een serie stationwagen bouwde Wie vòòr die tijd een stationwagen wilde, was aangewezen op de carrosseriebouwers als Binz en Miesen. Deze hadden veel ervaring met het bouwen van ambulances en begrafenisauto’s op basis van MB chassis.

Met de komst van de Unversal wilde MB inspelen in het opkomend marktsegment dat toen grotendeels in handen was van Peugeot en Volkswagen

De produktie starte in augusutus 1964 dit was een 190D, het einde van de produktie was in mei 1969 Dit was een 230S.

Bij de opzet en begroting van de Universal ging men er van uit dat de markt voor een MB stationcar goed was voor 5.000 auto's.

In totaal zijn er 2.754 Universals gebouwd. Dit in de verschillende uitvoeringen van 190D, 200, 200D, 230 en 230S (W111).

Op 4 mei 1966 rolde de 1.000 Universal van de band. Alle gebouwde wagens kregen het chasisnummer mee van de chasissuitvoering (110 101 xxxx of 111 101 voor de 230S)

De auto werd op de montage lijn in Mechelen opgebouwd uit standaard MB onderdelen die in kisten aangevoerd werden. De specifike stationwagen onderdelen zoals het lange dak, de zij-en achterruiten en de achterklep werden in België zelf vervaardigd. metname deze onderdelen zijn nu zeer schaars te vinden.

De auto was een ontwerp van Ir. Vermersch die samen met de construkteurs uit Sindelfingen een elegante stationwagen wist te scheppen Typerent voor de Universal t.o.v. andere kombies is de vorm van de achterportieren. Daar waar andere kombie-bouwers als Binz en Miesen het standaard achterportier gebruiken. paste de IMA de vorm van de bovenste raamlijst aan de dak lijn aan. De grote 15" wielen gaven een fors accent aan de wagen. Dit maakte de wagen ca. 3,5 cm hoger dan de Sedan.

De wagen kon ook geleverd worden met een deelbare achterbank voor meer laadruimte en/of met een derde achterbank als 7 persoons uitvoering.

Standaard, op de 190 na, werden alle Universals met een Hydro-pneumatische kompensatieveer uitgevoerd die, onafhankelijk van de belasting, de wagen op een gelijke rijhoogte hield. Het nuttig laadvermogen is 725 kg.

Ook werden enkele Universals geleverd als ambulance, begrafenisauto en gesloten bestel.

De prijs in Belgie lag zo'n 20% hoger dan die van een sedan uitvoering. In Duitsland was de prijs echter 40% hoger. Dit kwam omdat er invoerrechten betaald moesten worden over deze "Belgische" Mercedes. In 1966 stond de Universal 200D voor ƒ 19.750 in de showroom van de Nederlandse MB dealer. De sedan die er naast stond was in die tijd geprijsd voor ƒ 15.700.

De prijs was blijkbaar het belangrijkste argument bij het niet aanslaan van de Universal. Wie graag in een kombie reed kon voor minder dan de helft van de prijs terecht bij VW (Variant ƒ7.850) Peugeot (404 diesel Familiale ƒ13.7500, of Opel.

Hoewel de Universal via het MB -dealernet over de gehele wereld leverbaar was werden de meeste kombi's werden in Belgie, Duitsland, Zwitserland en Amerika verkocht. In Nederland zijn er enkele tientallen verkocht.

Momenteel sieren er nog een paar de vaderlandse wegen.

Het duurde tot 1977 voor MB weer met een Stationcar kwam de T serie. die ditmaal beter aansloeg.

Op 15 mei 1973 viel definitief het doek voor de IMA als MB fabriek er waren in 18 jaar ruim 75.000 Mercedessen gebouwd van verschillende type's.

U kunt een Belgische MB herkennen; aan het typeplaatje wat IMA - Malin vermeld..

Lezers die meer willen weten of meer weten en/of die een Universal bezitten kunnen altijd mailen